Fraude is een vorm van bedrog; de zaken worden anders voorgesteld dan ze zijn, door op papier of digitaal een onjuiste weergave te geven van de werkelijkheid.
Men spreekt ook van oplichting, hoewel oplichting een breder begrip is: het kan ook op andere manieren geschieden. Als uitkeringsfraude...
Fraude is een vorm van bedrog; de zaken worden anders voorgesteld dan ze zijn, door op papier of digitaal een onjuiste weergave te geven van de werkelijkheid.
Men spreekt ook van oplichting, hoewel oplichting een breder begrip is: het kan ook op andere manieren geschieden.Fraude is een vorm van bedrog; de zaken worden anders voorgesteld dan ze zijn, door op papier of digitaal een onjuiste weergave te geven van de werkelijkheid. Als uitkeringsfraude wordt ook beschouwd het verwijtbaar niet doorgeven van wijzigingen van omstandigheden waardoor men recht heeft op een lagere uitkering of waardoor men geen recht meer heeft op de uitkering, bijvoorbeeld (meer) gaan werken, gaan samenwonen, het (meer) gaan werken van de partner, of een erfenis ontvangen. Het ISMA-model verklaart hoe fraude / de neiging tot regelovertreding ontstaat. De relevante factoren zijn volgens dit model: Interne norm, Sociale norm, Mogelijkheden en Afschrikking. In Nederland kan men voor vragen of meldingen m.b.t. fraude terecht bij de Fraudehelpdesk. Inhoud 1 Herkomst 2 Kenmerken van fraude 3 Voorbeelden van fraude 4 Systeemfraude 5 Bekende fraudezaken Herkomst Volgens het Middelnederlandsch Woordenboek van het Instituut voor Nederlandse Lexicologie is de vroegste vindplaats van het woord een document uit 1293 uit Brugge. Het woord is waarschijnlijk via het Frans in de Nederlandse taal terechtgekomen, en vanuit het Latijn kwam het waarschijnlijk terecht in de Franse taal, daar in het Latijn het woord “fraus” bedrog, schade of misdaad betekent. Kenmerken van fraude In de Van Dale wordt fraude omschreven als “valsheid, bedrog (in administratie, geldelijk beheer en mbt. de samenstelling van waren)”.[3] In het Nederlandse Wetboek van Strafrecht komt de term alleen voor in een artikel over mensenhandel. Veel vormen van fraude vallen onder valsheid in geschriften. Ook in de Algemene wet inzake rijksbelastingen staan strafbaarstellingen voor belastingsfraude. Kenmerkende elementen die aanwezig moeten zijn om van fraude te spreken zijn: Het gaat om opzettelijk handelen. Er is opzet Er wordt een misleidende voorstelling van zaken gegeven. Er is het oogmerk economisch voordeel te behalen. Er is een benadeelde. Er is sprake van onrechtmatig of onwettig handelen. Soms wordt gesproken van “misbruik of fraude”, aangevend dat deze begrippen niet overeen hoeven te komen, maar zonder ieder apart te behandelen, zodat het onderscheid in de betreffende context niet ter zake doet. Het gebruik van een persoonlijke OV-chipkaart van een ander kan bijvoorbeeld worden aangemerkt als misbruik, terwijl het zonder opzet geen fraude is. Voorbeelden van fraude. Bij acquisitiefraude worden mensen overgehaald een advertentie te plaatsen tegen een hoog bedrag, terwijl de advertentie later niet geplaatst zal worden. Adresfraude is een type fraude waarbij mensen een onjuist adres opgeven om te kunnen profiteren van bijvoorbeeld huurtoeslag, bijstand of studiefinanciering. Daarnaast kan adresfraude worden gepleegd omdat iemand zich onvindbaar wil maken vanwege belasting- of andere schulden, boetes of omdat deze persoon onvindbaar wil zijn voor de politie. Een van de controlemiddelen is huisbezoek. Onder belastingfraude (ook wel:belastingontduiking) wordt verstaan: minder of geen belasting betalen door het niet naleven van de fiscale wetgeving. Bij belastingontduiking is er altijd sprake van een wetsovertreding. Bij de “bouwfraude” worden afspraken die in strijd zijn met mededingingsregels verzwegen; Bij btw-fraude wordt de inning van btw gedwarsboomd door een zgn. btw-carrousel op te zetten van lege BV’s die elkaar leveringen doen (eventueel fictief of altijd dezelfde goederen) waarbij btw niet afgedragen wordt en voorbelasting onterecht teruggevorderd. Het verschil met ‘normale’ belastingfraude is dat de overheid niet zozeer geld misloopt maar zelfs rechtstreeks geld afhandig wordt gemaakt (dit lijkt op subsidiefraude). Bij copyfraud worden auteursrechten geclaimd, terwijl diegene niet de juridische controle heeft over een werk. Bij diplomafraude wordt beweerd dat men een titel of diploma heeft terwijl dit niet zo is, of wordt een vals diploma gebruikt. Hieraan verwant is c.v.-fraude: het vermelden van onwaarheden op het c.v. Dit alles geschiedt om de eigen onderneming of positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Bij examenfraude spiekt de leerling of student, waardoor zijn leraren geen juist beeld van zijn kennis krijgen; Bij faillissementsfraude worden geld of middelen vlak voor het faillissement uit de onderneming vervreemd, waardoor schuldeisers geen beslag kunnen leggen op de bezittingen. Hypotheekfraude is een vorm van kredietfraude waarbij het onderpand een vastgoedobject is. Bij huurfraude wordt een pand gehuurd maar wordt er geen huur betaald waarbij de uitzetting door vertragingstechnieken en misbruik van huurdersbescherming zoveel mogelijk wordt getraineerd. Bij internetfraude vinden de verschillende fraudetechnieken via het internet plaats. Bij jaarrekeningenfraude wordt in de jaarrekening een onjuist beeld gegeven van de stand van zaken in een bedrijf; Bij kredietfraude wordt onder valse voorwendselen een lening of ‘krediet’ aangevraagd of verkregen. Wanneer het krediet niet meer kan worden afgelost blijkt het onderpand vaak minder waard te zijn dan eerder werd verondersteld. Het is goed mogelijk dat het al vanaf het begin de bedoeling was het krediet niet terug te betalen. Bij subsidiefraude wordt onder valse voorwendselen ten onrechte subsidie aangevraagd. Bij uitkeringsfraude gaat het om personen die onder valse voorwendselen ten onrechte een (te hoge) uitkering genieten; Bij verkiezingsfraude wordt geknoeid met verkiezingsuitslagen, waardoor de kiezers en het buitenland een onjuist beeld krijgen van de verkiezingen, en een politicus ten onrechte wordt geïnstalleerd. Bij verzekeringsfraude tracht een verzekerde een verzekeringsmaatschappij onder valse voorwendsels tot uitkering te doen overgaan of een verzekering onder valse voorwendsels aan te vragen. Bij voedselfraude wordt een bepaald etenswaar vervangen door een ander, vaak goedkoper etenswaar zonder dat de eter weet dat dit product is verwisseld. Het is mogelijk dat consumptie van dit etenswaar gevaar voor de gezondheid oplevert (bedorven vlees, verontreinigde alcohol etc.). Voorschotfraude, beter bekend als ‘Nigeriaanse oplichting’. Bij witwassen wordt de illegale herkomst van gelden verborgen via een carrousel van transacties, waardoor de gelden ogenschijnlijk legaal verkregen lijken te zijn. Bij wetenschapsfraude worden onderzoeksresultaten verkregen door deze te baseren op gemanipuleerde, verzonnen of door plagiaat verkregen gegevens. Er bestaan veel oplichtingsmethoden waarbij het slachtoffer niet de overheid is maar een gewone (meestal vermogende) medeburger. Eén van de meest voorkomende is de “Nigeriaanse oplichting” waarbij gevraagd wordt om een rekening ter beschikking te stellen waarop een enorm bedrag (miljoenen USD of €) afkomstig van één of andere erfenis kan geparkeerd worden. Het slachtoffer wordt een deel van deze erfenis beloofd maar moet eerst allerlei verplichtingen (met kosten) vervullen. Uiteindelijk na het betalen van kosten blijkt dan dat het geld toch niet kan worden overgemaakt. Zolang het slachtoffer geen wantrouwen heeft blijven de oplichters geld vragen. Deze vorm van oplichting is zeer oud en bekend maar toch lopen er nog steeds personen in de val. De technische term voor dit soort oplichtingen is “advance fee fraud”. Een stelregel om te ontdekken of het om oplichting gaat is de volgende: “Als het te mooi is om waar te zijn, dan is het niet waar”. Systeemfraude De Nederlandse overheid verstaat onder systeemfraude iedere poging tot het laten uitbetalen door de belastingdienst van een bedrag dat is gebaseerd op onjuiste gegevens. Het kan onder meer betreffen voorlopige teruggaven van loon- of omzetbelasting, of voorlopige uitbetaling van toeslagen. De fraude kan gepaard gaan met identiteitsfraude (een aanvraag wordt gedaan op naam van een ander zonder daartoe gemachtigd te zijn). Ook kan het initiatief uitgaan van een bemiddelaar, en gebeuren op naam van een betrokkene die meedeelt in de buit, en/of meewerkt zonder te begrijpen wat hij ondertekent. In hoeverre degene op wiens naam de fraude plaatsvindt dader is en in hoeverre slachtoffer kan dus variëren. Bekende fraudezaken in Nederland Olivier B. Han van Meegeren Bouwfraude Bekende fraudezaken In België (In het hieronder volgende overzicht is doorgaans de hoofdpersoon aangegeven.) Roger De Clerck Leo Delcroix Michel Demaret Lernout & Hauspie Marineschandaal Guy Mathot Daisy Ragole Superclub-KS-affaire Daisy Van Cauwenbergh Stanny Van Paesschen Jean-Pierre Van Rossem Paul Vanden Boeynants Remi Vermeiren Zillion Nederland[bewerken] Willem Pince van der Aa Eddy de Kroes Easy Life Ari Olivier Jan-Dirk Paarlberg Palm Invest Diederik Stapel Erik de Vlieger Verenigde Staten[bewerken] Cecil Jacobson Bernard Madoff Michael Milken Richard Nixon (tijdens de “Checkers”affaire.) Alan Ralsky Robert Soloway Allen Stanford William Tweed Delmart Vreeland Overige landen[bewerken] Silvio Berlusconi Jacques Chirac Daewoo (concern) Pavel Fedoelev Jérôme Kerviel Landis (bedrijf) Ferdinand Marcos Sun Myung Moon Noersoeltan Nazarbajev Ehud Olmert Parmalat-schandaal Charles Ponzi WorldCom Zaak-Gürtel Doping in de Ronde van Frankrijk